Jodenvervolging in Noordwijk
Van isolatie tot deportatie. Historicus Koen Marijt zet de feiten op een rij.
Aanmeldingsplicht
Op 17 januari 1941 komt er vanuit de Rijksinspectie van bevolkingsregister in Noordwijk een brief binnen betreffende de aanmeldingsplicht van personen met Joodse bloede. Burgemeester Van de Mortel plaatst in februari in de lokale kranten het bericht dat Joodse mensen zich moeten melden.
Aanmeldingsformulieren zijn gratis op het gemeentehuis te verkrijgen maar de leges van 1 gulden moeten door de Joden betaald worden. Deze aankondigingen worden ook op diverse plaatsen in het dorp verspreid. Ook aan de directeur van Willem van den Berghstichting worden door de burgemeester enkele aanmeldingsformulieren gestuurd.
Inleveren radiotoestellen
In april 1941 krijgt de burgemeester de boodschap dat radiotoestellen van Joden moeten worden ingenomen. In mei stuurt Van de Mortel een brief waarop gemeld wordt dat 5 toestellen zijn ingenomen: twee van Oostra, wonende aan de Koepelweg, twee van Meijler, wonende aan de Atjehweg en een van familie Catz, wonende aan de Beethovenweg.
Baden in zee verboden
In mei 1941 komt er in Noordwijk de verordening binnen dat o.a. baden in zee verboden is. In september 1941 worden diverse openbare plekken voor Joden verboden en daar krijgt burgemeester Van de Mortel dan ook een brief van. Joden mogen niet langer gebruik maken van openbare gebouwen en voorzieningen zoals horeca, bioscopen enz. In de zomervakantie van 1941 worden strandbezoek, zwemmen en ontspanning in de natuur voor de Joden aan banden gelegd.
Voor Joden verboden
Eind 1941/begin 1942 moeten er borden worden geplaatst op alle plekken die voor Joden verboden zijn. Het hoofd van de Noordwijkse politie moet een opgave in de gemeente doen betreffende het aantal restaurants en hotels die verboden zijn. Hierbij worden kaarten geplaatst met daarop de tekst ‘Voor joden verboden’ en ook bij zee- en zwembaden wordt een houten bord geplaatst met dezelfde tekst.
In december stuurt Van de Mortel de opgave terug: 90 kaarten zijn er nodig voor de hotels en restaurants, 8 houten borden zijn er nodig voor o.a. de zeebaden. De gemeente moet de borden in Amsterdam bestellen (enige bedrijf daar die de borden maakt, om de uniformiteit te waarborgen) en de kosten komen geheel voor de gemeente.
Voor 31 januari 1942 moeten ze geplaatst worden, op gezichtshoogte, duidelijk zichtbaar bij de hoofdingangen. Een van die houten borden wordt geplaatst bij SJC, de rest bij de Tennisbanen van Casino, de Golfbanen, en de diverse zeebaden In Noordwijk, zoals het Oranjebad.
Dragen Davidster verplicht
Per 3 mei 1942 moeten de Joden in het openbaar een gele ster dragen. Op de foto Robert Zodij met zijn stiefmoeder. Robert is een van de patiënten van de Willem van den Bergh Stichting die is omgekomen.
Fietsen inleveren
In juni 1942 geeft Rauter een persbericht uit aan de Verenigde Nederlandse gemeenten betreffende het inleveren van rijwielen van Joden. De mobiliteit van Joden wordt aan banden gelegd: geen fiets, geen auto, geen openbaar vervoer. Er moet in Noordwijk een opgave worden gemaakt van het aantal fietsen van Joodse eigenaren. Er zijn 8 fietsen die van Joden worden gevorderd o.a. Oostra, Coltof, Catz en Meijler. De fietsen zijn in goed rijdende staat en worden op het politiebureau opgeborgen.
Afsluiten telefoonverkeer
Op 30 juni 1942 krijgt Van de Mortel een brief van de directeur van de PTT te Leiden. De directeur heeft van de Duitsers opdracht gekregen om na te gaan welke personen, die aangesloten zitten op de Rijkstelefoonnetten, Joods zijn. Van de Mortel stuurt een antwoord terug met 25 personen die als Joodsche ingezetenen beschouwd kunnen worden, waarvan 3 in de Willem van den Berghstichting. Men gaat de Joodse inwoners van het telefoonverkeer afsluiten.
De eerste deportaties uit Noordwijk
In augustus 1942 vinden in Noordwijk de eerste ‘deportaties’ plaats. Van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung komen rapporten en brieven voor de ‘evacuatie’, zoals de Duitsers dat omschrijven, van broer en zus Lodewijk en Friederika Coltof, woonachtig in pension Panorama aan de Oude Zeeweg. Ook Mannes Tromp uit de Zoutmanstraat wordt op 14 augustus ‘geëvacueerd’. De Noordwijkse politie is hierbij aanwezig om te zorgen dat zij het evacuatiebevel opvolgen (zij controleren naderhand of de personen in kwestie weg zijn).
Noordwijk Judenfrei
In april 1943 komt de mededeling dat er op 23 april een gebiedsverbod inwerking treedt: in de provincies Zeeland en Zuid-Holland mogen dan geen Joden meer zijn. Voor die datum moeten zij zich in Vught melden. Noordwijk is op dat moment, volgens een bericht van de burgemeester, zogenoemd ‘Judenfrei’.